1. Gebruik apparaten niet langer dan nodig is
Zet je de oven altijd veel te vroeg aan om voor te verwarmen? Of laat je de afzuigkap altijd nog een uur aanstaan na het koken? Dit soort gewoontes kunnen ervoor zorgen dat je energieverbruik een stuk hoger is dan nodig. Door jezelf nieuwe gewoontes aan te leren bespaar je dan ook gemakkelijk 10% of meer op je verbruik. Bekijk ook of het mogelijk is om displays van apparaten uit te zetten. Het is zonde dat deze 24/7 aan staan. Als je op vakantie gaat kun je de koelkast/vriezer uitzetten om meer energie te besparen. Dit is direct een goed moment om de vriezer te ontdooien.
2. Geen tweede koelkast of vriezer
Heb je meer apparaten dan je nodig hebt? Heb je bijvoorbeeld een (oude) tweede koelkast in de schuur staan voor die twee keer per jaar dat je een feestje geeft? Dat is zonde van het energieverbruik. Vooral bij dit soort apparaten die continu aan staan. Daarnaast zijn tweede koelkasten en vriezers vaak oudere modellen, waardoor het verbruik extra hoog ligt.
3. Kook meerdere porties in één keer
Het zogenaamde meal prepping wordt steeds populairder. Vooral omdat het veel tijd bespaart. Een ander voordeel is natuurlijk dat je minder energie verbruikt, omdat je simpelweg minder uren bezig bent met het verwarmen van voedsel op het fornuis of in de oven. Maak bijvoorbeeld telkens 2x zoveel klaar, zodat je er ook de volgende dag van kunt eten of ga all the way en kook bijvoorbeeld op zondag voor de hele week.
4. Houd je koelkast en vriezer koel
Als je warme producten in de koelkast of vriezer zet, warmen deze op en moet het apparaat dus harder werken om weer te koelen. Voorkom daarom ook dat je de deuren vaker open doet dan nodig of te lang open laat staan. Het kan ook helpen om bijvoorbeeld een zak diepvrieserwten in je vriezer te leggen. De bevroren erwten zorgen ervoor dat de vriezer niet te veel afkoelt als de deur te lang open heeft gestaan. Controleer ook regelmatig of de rubbertjes langs de deuren van je koelkast en vriezer nog in goede staat zijn, zodat er niet onnodig koude lucht ontsnapt of warme lucht in het apparaat komt. Zorg er verder voor dat koelkasten en vriezers goed hun warmte af kunnen geven door minstens 10 cm ruimte aan de achterkant vrij te houden. Ontdooi daarnaast regelmatig je vriezer. 2 mm ijsvorming zorgt namelijk al voor 10% meer energieverbruik!
5. Gebruik de juiste standen
Vaatwassers hebben meestal een eco-stand. Hierdoor warmt het water minder snel op en wordt de vaat schoon op lagere temperaturen. Dit scheelt erg veel in het energieverbruik (spoel vaat die erg vuil is wel van tevoren goed af). Door ook bij ovens en andere apparaten de juiste standen te kiezen voor de bereiding van voedsel, kun je veel energie besparen. In het geval van de oven kun je deze vaak ook iets eerder uit zetten. De oven blijft nog een tijdje warm genoeg om voedsel verder te verwarmen.
6. Liever geen keramische plaat
Koken op gas of inductie is verantwoordelijk voor zo’n 70 kg CO2 per jaar. Een keramische kookplaat zorgt echter voor 90 kg CO2-uitstoot per jaar. Wat je ook gebruikt: houd zo veel mogelijk de deksels op de pannen, zodat je eten sneller gaar wordt. Voorkom bij koken op gas dat er veel warmte ontsnapt langs de pannen heen. Gebruik dus liever een kleine pit bij een kleine pan. Als je snel iets kleins wilt verwarmen is het meestal duurzamer om de magnetron te gebruiken in plaats van het gasfornuis.
7. Duurzame apparaten
Bij het aanschaffen van een nieuw apparaat is het belangrijk om op het Energielabel te letten. Sommige apparaten kunnen als ze kapot gaan beter worden gerepareerd. Keukenapparatuur zoals blenders zijn de afgelopen jaren nauwelijks duurzamer geworden. Daarnaast gebruik je veel van deze apparaten niet dagelijks, waardoor de impact van het maken van dergelijke apparaten groter is dan van het gebruik. Het is daarom vaak duurzamer om deze apparaten te (laten) repareren. Het is uiteraard belangrijk dat degene die de apparaten repareert kundig is om brandgevaar te voorkomen. Bezoek bijvoorbeeld het eerstvolgende Repaircafé.
Koelkasten en vriezers kun je beter repareren als ze minder dan tien jaar oud zijn, en vervangen als ze ouder zijn. De techniek is een stuk beter geworden, waardoor de besparing door het gebruik van een zuiniger model opweegt tegen de impact van het productieproces. Je kunt de oude modellen daarom ook beter niet verkopen of naar de kringloop brengen. Winkels die witgoed verkopen nemen meestal gratis het oude apparaat mee om deze fatsoenlijk te laten recyclen. Vaatwassers kun je overigens beter niet vervangen. Deze zijn de afgelopen jaren niet heel veel zuiniger geworden, en kun je dus beter (laten) repareren.
Wil je weten waar jij persoonlijk (nog meer) op kunt besparen? Doe dan de bespaartest van Milieu Centraal.